De 21e-eeuwse vaardigheden zijn een reeks capaciteiten en competenties die steeds belangrijker worden in de moderne samenleving en op de arbeidsmarkt. Ze helpen leerlingen bij het ontwikkelen van kritisch denken, creativiteit, communicatie, samenwerking, digitale geletterdheid en meer.
Scholen in het (basis)onderwijs spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van deze vaardigheden. Door middel van innovatieve lesmethoden en geïntegreerde curriculumontwikkeling kunnen ze leerlingen helpen deze vaardigheden te ontwikkelen in verschillende vakken en activiteiten. Dit omvat projectmatig leren, probleemgestuurd onderwijs, samenwerkend leren en het gebruik van digitale technologieën.
Door een sterke focus te leggen op de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden, kunnen scholen in het (basis)onderwijs leerlingen uitrusten met de nodige gereedschappen om succesvol te zijn in de moderne samenleving. Dit stelt hen in staat om flexibel en veerkrachtig te zijn in een wereld die voortdurend evolueert, en om bij te dragen aan positieve veranderingen in hun gemeenschappen en daarbuiten.
1. Communiceren
Leerlingen moeten in staat zijn om doelgericht boodschappen over te brengen en te begrijpen, en ze moeten effectief kunnen communiceren in diverse situaties en met verschillende gesprekspartners. Daarbij dienen ze passende communicatiemiddelen te kunnen gebruiken en de mogelijkheden van ICT en technologie optimaal benutten.
Het belang van communicatie neemt toe in een wereld waarin mensen steeds meer met elkaar verbonden zijn en zich vaak niet volledig bewust zijn van het bereik van hun communicatie. In het onderwijs speelt communicatie een centrale rol, aangezien het van cruciaal belang is in alle vakgebieden en leergebieden. Communicatie vormt een essentieel aspect van persoonlijke ontwikkeling en de bevordering van burgerschap.
2. Samenwerken
Samenwerken omvat het gezamenlijk streven naar een gemeenschappelijk doel, waarbij individuen elkaar aanvullen en ondersteunen. Het concept van samenwerken omvat zowel sociale als cognitieve aspecten. Het vereist het erkennen en vervullen van verschillende rollen, het vermogen om hulp en feedback te geven en te ontvangen, het aannemen van een positieve en open houding, het respecteren van verschillen, het onderhandelen en maken van afspraken, het functioneren binnen diverse groepen, en effectieve communicatie.
In de 21e eeuw is teamwork een essentieel onderdeel geworden van vele aspecten van het leven. Leerlingen kunnen dit op school leren door middel van groepswerk. Op deze manier leren ze niet alleen van de interactie met de docent, maar ook van de samenwerking met hun medeleerlingen. Door te reflecteren op hun samenwerkings ervaringen krijgen leerlingen bovendien inzicht in zichzelf en hun eigen leerproces.
3. Sociale en culturele vaardigheden
Deze competentie omvat het vermogen om effectief te leren, werken en samenleven met mensen van diverse etnische, culturele of sociale achtergronden. Sociale afkomst en cultuur beïnvloeden hoe we denken, handelen, communiceren en met elkaar omgaan. Om succesvol samen te leven in de 21e eeuw met mensen die anders zijn dan wij, is het van belang om kennis te hebben van diverse perspectieven en hier respectvol mee om te gaan. Aangezien klassen steeds diverser worden, is het waardevol als leerlingen gevoelig zijn voor verschillen en hun vaardigheden gebruiken om verbinding te maken met anderen.
Leerlingen moeten in staat zijn om hun eigen gevoelens, opvattingen en culturele achtergrond te herkennen en erop te reflecteren. Ze dienen zich bewust te zijn van zowel hun individuele als collectieve verantwoordelijkheid binnen de maatschappij. Het tonen van inlevingsvermogen en interesse in anderen is essentieel. Het is tevens belangrijk dat leerlingen leren om gedragsnormen te herkennen in diverse sociale contexten en constructief te communiceren in verschillende culturele situaties.
4. Zelfregulering
Zelfregulering draait niet om blindelings instructies volgen, maar om zelfstandig handelen en verantwoordelijkheid nemen voor de consequenties ervan, rekening houdend met de context en eigen capaciteiten. Dit omvat het stellen van realistische doelen en prioriteiten op basis van eerdere ervaringen, doelgericht handelen, het plannen van processen, reflectie en bewustzijn van de impact van eigen handelen op zichzelf en de omgeving.
In de 21e eeuw wordt steeds meer individueel initiatief verwacht. Iedereen moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn of haar eigen leven en zelfstandig kunnen opereren. Daarom is het cruciaal dat leerlingen vaardigheden van zelfregulering ontwikkelen. Het vermogen om zelfstandig te leren is hierbij ook van groot belang. Leerlingen moeten zich voorbereiden op een leven waarin ze zelf verantwoordelijk zijn voor het bijhouden van hun kennis en het blijven verwerven van nieuwe vaardigheden.
5. Kritisch denken
Dit verwijst naar het vermogen om zelfstandig, weloverwogen en goed onderbouwde afwegingen, oordelen en beslissingen te maken. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over denkvaardigheden, de juiste houding, reflectievermogen en zelfregulatie.
Denkvaardigheden omvatten het vermogen om informatie te analyseren en te evalueren, onnauwkeurigheden te identificeren en standpunten kritisch te beoordelen. Dit stelt leerlingen in staat om hun standpunt te rechtvaardigen en weloverwogen beslissingen te nemen.
Een kritische houding is hierbij cruciaal. Leerlingen moeten actief streven naar goede informatie, bereid zijn redenen en oorzaken te onderzoeken, respect tonen voor andere standpunten en openstaan voor het integreren ervan in hun eigen denken. Reflectie en zelfregulatie zijn eveneens van belang. Een kritische leerling onderzoekt zijn of haar eigen denkproces en is bereid om beslissingen, opvattingen of acties indien nodig aan te passen.
In de leeromgeving kunnen leerlingen worden gestimuleerd tot kritisch denken wanneer docenten hen eerst vragen om een onderwerp, vraagstuk of probleem te analyseren alvorens hun mening te vormen. Reflectie achteraf over hoe het kritisch denken een rol heeft gespeeld in het proces, en het nadenken over mogelijke verbeterpunten voor de volgende keer, kan ook helpen.
6. Creatief denken
Creatief denken is het vermogen om nieuwe ideeën te genereren. Het omvat het kennen en toepassen van creatieve technieken, het verleggen van grenzen, het herkennen van nieuwe verbanden, het durven nemen van (verantwoorde) risico's, het zien van fouten als leermogelijkheden en het aannemen van een ondernemende en onderzoekende houding.
Deze competentie wordt beschouwd als een essentieel onderdeel van 21st century skills, omdat complexe mondiale vraagstukken vaak vragen om innovatieve oplossingen wanneer conventionele benaderingen tekortschieten. Creatief denken gedijt het beste in een stimulerende leeromgeving waarin leerlingen worden aangemoedigd om zelfstandig oplossingen te bedenken.
7. Probleem oplossen
Probleemoplossend denken en werken omvat het vermogen om problemen te identificeren en vervolgens een plan te bedenken om ze op te lossen. Het is cruciaal dat leerlingen in staat zijn om problemen te herkennen, te analyseren en duidelijk te definiëren. Ze moeten strategieën kennen en toepassen om effectief met problemen om te gaan, evenals het vermogen om patronen te herkennen en weloverwogen keuzes te maken.
Bij deze 21e-eeuwse vaardigheid staat het proces om tot een oplossing te komen centraal, waarbij de weg naar de oplossing belangrijker is dan de oplossing zelf. Leerlingen gebruiken hun vakinhoudelijke kennis en vaardigheden om tot een oplossing te komen.
8. Computational thinking
Om toekomstige uitdagingen aan te kunnen gaan, is het cruciaal dat leerlingen begrijpen hoe ze hedendaagse technologieën kunnen benutten. Computational thinking omvat diverse vaardigheden, waaronder het vermogen om problemen op een zodanige manier te formuleren dat digitale tools kunnen worden ingezet voor de oplossing ervan. Ook is het essentieel dat leerlingen in staat zijn om data logisch te organiseren en te analyseren, en om weloverwogen keuzes te maken betreffende de stappen en bronnen die nodig zijn voor een oplossing. Bovendien moeten ze het proces kunnen generaliseren, zodat ze vergelijkbare methoden kunnen toepassen bij toekomstige uitdagingen.
Het is van groot belang dat leerlingen over zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen beschikken om complexe problemen aan te pakken. Gedurende dit proces ontwikkelen ze tevens vaardigheden op het gebied van communicatie en samenwerking, terwijl ze gezamenlijk naar een gemeenschappelijk doel toewerken.
9. Informatievaardigheden
Deze vaardigheden richten zich op het herkennen en analyseren van informatiebehoeften. Leerlingen dienen bekwaam te worden in het vinden, selecteren, verwerken, gebruiken en toepassen van relevante informatie. Dit vereist het vermogen om zoekvragen te formuleren, trefwoorden te genereren, informatie te evalueren en de gevonden informatie te organiseren.
In de 21e eeuw is er een overvloed aan informatie op het internet, waaronder veel misleidende informatie. Daarom is het van groot belang dat leerlingen leren om onderscheid te maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen.
10. ICT-basisvaardigheden
Een solide basiskennis is essentieel voor effectief gebruik van ICT. Leerlingen moeten vertrouwd zijn met fundamentele concepten en functies van computers en computernetwerken, in staat zijn om hardware aan te sluiten en te bedienen, standaard kantoortoepassingen te gebruiken, en te navigeren op internet en met softwareprogramma's te werken. Tevens is het van groot belang dat leerlingen bekend zijn met en weten hoe ze moeten omgaan met beveiligings- en privacyaspecten.
11. Mediawijsheid
De Raad voor Cultuur definieert mediawijsheid als het geheel aan kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en sterk gemedialiseerde wereld. Deze mediawijsheid omvat drie belangrijke aspecten die van toepassing zijn op alle burgers, niet alleen op kinderen:
- Functioneren: Mediawijsheid is cruciaal om effectief te kunnen functioneren in de hedendaagse samenleving.
- Participeren: Het vermogen tot mediawijsheid is essentieel om actief deel te nemen aan het maatschappelijke proces.
- Produceren: Mediawijsheid is van belang omdat nieuwe media uitnodigen tot het produceren van content.
Hoewel digitale geletterdheid vaak wordt geassocieerd met 21st century skills, is het strikt genomen geen specifieke vaardigheid van de 21e eeuw. Het omvat een combinatie van verschillende vaardigheden, waaronder computational thinking, basis ICT-vaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden. Digitale geletterdheid verwijst naar het vermogen om digitale informatie en communicatie op verstandige wijze te gebruiken en kritisch te beoordelen op de gevolgen ervan. Deze digitale geletterdheid omvat drie belangrijke competenties:
- Basiskennis: Het begrijpen van de werking van digitale computers en netwerken, en het denken op een computationele manier.
- Gebruik: Het kritisch omgaan met ICT, met een bewustzijn van de impact van de digitale revolutie op individuen en de maatschappij.
- Gedrag: Het hanteren van normen en waarden, het kritisch inschatten van kansen en risico's, en het afwegen van zaken als eigendom, privacy en vrijheid.
Kortom, een digitaal geletterd individu is digitaal denkend, digitaal vaardig en digitaal verantwoordelijk.
Maatschappelijke impact en verandering.
De 21e eeuwse vaardigheden vormen een essentiële set van competenties die cruciaal zijn voor individuen om succesvol te kunnen functioneren in de moderne samenleving. Deze vaardigheden, zoals kritisch denken, creativiteit, communicatie, samenwerking, digitale geletterdheid en zelfregulatie, zijn niet alleen relevant op het gebied van werk, maar ook in het dagelijks leven en bij deelname aan de maatschappij.
Het belang van deze vaardigheden wordt versterkt door de toenemende globalisering, digitalisering en snelle veranderingen in technologie en cultuur. Ze stellen individuen in staat om zich aan te passen aan nieuwe situaties, complexe problemen op te lossen en innovatieve oplossingen te bedenken. Bovendien bevorderen ze het vermogen om kritisch te denken, informatie te evalueren en verantwoordelijkheid te nemen voor persoonlijke groei en maatschappelijke betrokkenheid.
Het integreren van 21e eeuwse vaardigheden in het onderwijs is van groot belang om leerlingen voor te bereiden op de uitdagingen van de moderne wereld. Het onderwijs moet een omgeving creëren waarin leerlingen worden aangemoedigd en ondersteund om deze vaardigheden te ontwikkelen. Door middel van innovatieve lesmethoden, gepersonaliseerd leren en samenwerking met de bredere gemeenschap kunnen scholen bijdragen aan het cultiveren van deze cruciale vaardigheden bij leerlingen.
Kortom, de 21e eeuwse vaardigheden zijn een noodzakelijke pijler voor individueel succes en maatschappelijke vooruitgang in een wereld die voortdurend in beweging is.
Bronnenlijst:
Stichting Leerplan Ontwikkeling. 21e-eeuwse vaardigheden. Geraadpleegd op 16 mei 2024, van https://slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/